Beste
muziekvriend
Titiaan
en Willaert worden vaak in één adem genoemd. Beiden samen zijn immers de twee
grote kunstenaars van de renaissance in Venetië, de eerste als kunstschilder,
de tweede als componist. Daardoor gebeurt het wel eens dat men beide
beroemdheden samenbrengt in een kunstevenement zoals o.m. gebeurd is bij de Titiaantentoonstelling in de National
Gallery in Londen in
Niet alleen
zijn beide kunstenaars tijd- en streekgenoten, er is ook op artistiek gebied
een grote verwantschap. Van Titiaan, die ongetwijfeld
Venetië’s meest beroemde kunstschilder was, met de
grootste invloed op alle schilders van alle tijden, wordt in de eerste plaats
zijn zin voor coloriet en zijn ongeëvenaarde
portretstijl geroemd. Maar daarnaast was Titiaan zeer
muzikaal ingesteld. Hij zag in de muziek steeds een verwijzing naar de liefde.
Denk aan de vele keren dat hij Venus heeft afgebeeld,
meestal naakt en met een muzikaal element erbij. Zo in de Venus
en de luitspeler of de Venus en de
organist in verschillende versies uitgewerkt. Titiaan
streefde er naar de volmaakte schoonheid uit te drukken in zijn schilderijen.
Willaert in zijn muziek.
Het zeer
beroemde schilderij Bacchanale is daar
een boeiende illustratie van. Het kunstwerk hangt momenteel in het Prado te Madrid maar werd door Titiaan
geschilderd in de jaren 1523 - 1525 voor de hertog van Ferrara,
samen met nog andere werken. De hertog hechtte uitzonderlijk veel belang aan
het mythologisch onderwerp en nodigde daarom Titiaan uit naar Ferrara om er
enkele weken te verblijven. Het schilderij beeldt een scène uit op een fictief
eiland waar een rivier van rode wijn stroomt en een groep half-dronken
zangers en spelers, vrouwen zowel als mannen, houden er feest. Venus ligt naakt te slapen. Voor ons is zeer belangrijk een
groepje jongens en meisjes in het midden van het schilderij. Het zijn
muzikanten want de meisjes hebben een blokfluit bij en voor hen op het gras
ligt een stukje papier met een liedje. Titiaan heeft
dit liedje zo nauwkeurig geschilderd dat we in staat zijn noten en tekst te
ontcijferen. Zeer waarschijnlijk zingen zij een canon van Adriaen Willaert!
Wanneer de schilderijen bijna klaar zijn, brengt Titiaan
ze per schip naar Ferrara en blijft terug enkele
dagen in Ferrara om ze af te werken en ze op hun
plaats aan te brengen. Tijdens die twee
perioden van verblijf in Ferrara, ontmoet hij
heel zeker Adriaen Willaert, die daar sedert
Onmiddellijk
worden de schilderijen van Titiaan in Ferrara zeer beroemd. Schilders
uit binnen- en buitenland gaan de meesterwerken bewonderen. Ook Rubens heeft veel aandacht
voor het werk en schildert er een kopie van. Rubens wijzigt enkele elementen
o.m. hij neemt het muziekblaadje niet over. We vermoeden dat de Vlaamse
beeldhouwer Hiëronymus Duquesnoy de Oude zich geïnspireerd heeft aan
het plassende knaapje bij zijn Manneken Pis in Brussel (1619).
Uiteraard
heeft het afgebeelde lied de musicologen zeer geboeid. Het melodietje lijkt een
niemendalletje van slechts vijftien noten (zie bijlage aan deze e-mail). De
tekst is in het Frans en maakt allusie op de zwelgpartij: Qui
boyt et ne reboyt, il ne
scet que boyre soit (Wie drinkt, maar niet blijft drinken, weet
niet wat drinken is.). In diezelfde periode componeerde Willaert zijn canon
over de dronkenschap: Quid non ebrietas. Deze laatste canon is zo ingewikkeld en kent zo’n harde
chromatische verschuivingen, dat hij nauwelijks te zingen is. Maar wie
probeert ons eenvoudig melodietje Qui boyt als vierstemmige canon uit te voeren, komt voor
dezelfde raadselachtige problemen te staan. Verschillende musicologen hebben er
zich mee bezig gehouden om de canon uit te schrijven en ze komen tot de meest
uiteenlopende oplossingen. De musicoloog Edward E. Lowinsky, die graag publiceert over wat hij noemt “Secret Chromatic Art”,
meent de sleutel gevonden te hebben. Hij laat de canon zo uitvoeren dat de
tweede en vierde stem de melodie in kreeft en in spiegel zingen. Verder wordt
iedere inzet telkens een kwint lager genomen, ook bij de herhalingen, zodat de
canon de volledige kwintencirkel doorloopt tot hij eindigt met de finalis van het begin. Het zou de moeite zijn om het eens
zo uitgevoerd te horen. Het lijkt wel ingewikkeld, maar het is het
waarschijnlijk niet.
De canon
staat volledig uitgeschreven in de studie van Edward
E. Lowinsky “Music in Titian’s Bacchanal of the Andrians: Origin and History of the Canon per tonos”, gepubliceerd in “Music
in the Culture of the Renaissance and Other Essays”, uitg.
dr. Bonnie J. Blackburn, Chicago-Londen
Een
afbeelding van het schilderij “Bacchanal” van
Titiaan (Titian) kan
je op internet vinden: www.museoprado.mcu.es of zoek via
Google: Titian Bacchanal.