Contact | Nieuwsbrief | Sitemap
De opleiding van Willaert
Over de jeugd van Adriaen Willaert is niets bekend. Vermoedelijk heeft hij een belangrijke muzikale opleiding gekregen als koorknaap in een van de kerken in Brugge (Sint Donatianus of Sint Salvator of de Onze Lieve Vrouwekerk). Volgens zijn leerling Gioseffo Zarlino gaat hij (1507?) naar Parijs om er rechten te studeren. In 1509 komt hij in Terwaan in contact met Jean Mouton, toen hofcomponist, onder wiens leiding hij zijn eerste composities (missen en Franse chansons) neerschrijft. Overtuigd van het grote muzikaal talent van de jonge Vlaamse musicus, stuurt Jean Mouton hem naar Italië. Na toch eerst enkele jaren in Leuven gestudeerd te hebben, wordt hij in Ferrara opgenomen (ca. 1515) aan het hof van de adellijke famile d'Este, meer speciaal in dienst van kardinaal Ippolito I, die graag in Rome verblijft.
Jean Mouton (Jean de Hollingue)
geboren in Haut-Wignes (Frans-Vlaanderen?) ca. 1459
en gestorven in Saint-Quentin in 1522. Van 1503 tot 1518 was hij in dienst van het Koninklijk Hof te Parijs (Lodewijk XII en François I). Daarna volgde hij Loyset Compère op in Saint-Quentin.
Zijn stijl was zeer verwant aan die van Josquin des Prez.
De kring van Willaert in Venetië
Pietro Bembo
geboren in Venetië op 20 mei 1470 en gestorven te Rome op 18 jan. 1547.
Pietro Bembo
was een letterkundige die de oude Romeinse poesie van Cicero en Quintilianus en evenzeer de oud-Italiaanse van Petrarca onder de aandacht bracht. Willaert, De Rore en later ook Andrea Gabrieli en Roland De Lassus hebben zich hierop geïnspireerd.
Jacquet van Mantua [Jacques Colebault]
-niet te verwarren met Jachet Berchem
geboren in Vitré in 1483. Gestorven in Mantua op 2 okt. 1559.
Waarschijnlijk is hij naar Italië verhuisd in het gezelschap van Jean Mouton, net zoals Willaert. In ieder geval is hij in 1525 in Ferrara, waar toen ook Willaert verbleef. Hij componeerde uitsluitend religieuze werken, waarin hij graag, net als Willaert, een cantus firmus inbouwde. In sommige dubbelkorige psalmen van Willaert schreef Jacquet van Mantua de alternerende verzen.
Marco Antonio Cavazzoni
geboren in Bologna ca. 1485. Gestorven in Venetië na 1569.
Van 1528 tot 1531 kwam hij in Venetië wonen en hield nauwe contacten met Adriaen Willaert. In korte perioden was hij zelf ook maestro di cappella van de basiliek San Marco.
Maistre Jhan
Franse zanger en componist, geboren in 1495 en gestorven in Ferrara op 1 oktober 1538. Toen hij zich in 1513 vestigde in Ferrara, kende de hertogelijke kapel een echte bloeitijd met virtuoze zangers als Antonio Collebaudi, Jean Michael, Jean Grivion en meesters als Adriaen Willaert, Agostino, Alfonso en Francesco dalla Viola.
Jakob Buus
geboren in de omgeving
van Gent ca. 1500. Gestorven in Wenen in aug. 1565.
Van 15 juli 1545 tot ca. 1550:
organist op het tweede orgel in de basiliek San Marco.
Componeerde een belangrijke reeks ricercars, in de stijl van Willaert
Philippe Verdelot
geboren in Verdelot (Fr) ca. 1480 en gestorven in Rome ca. 1536.
Wellicht verbleef hij het grootste deel van zijn leven in Italië, meer bepaald in Venetië.
Dat Willaert hem daar moet gekend hebben, bewijst het feit dat hij in 1536 verschillende madrigalen van Verdelot laat drukken, soms in de originele zetting, soms in een bewerking voor stem en instrumentale begeleiding.
Roland De Lassus
geboren te Bergen (Mons) ca 1530-1532. Overleden
te München op 24 mei 1594
Hij beschouwde Italië als zijn voornaamste school en het is duidelijk dat Willaert en zijn kring een beslissende invloed hebben uitgeoefend op zijn vorming. Het betreft de aandacht voor de tekst, met daardoor een groeiend gebruik van syllabische declamaties, waardoor hij een meer "gesloten"
schrijfwijze bekwam. Vergelijk zijn Creator omnium Deus met de vijfstemmige versie van Willaert (gebouwd op een tweestemmige canon) om te zien hoe Lassus de canontechniek overneemt. Ook gebruikt hij in zijn eerste jaren een madrigaal van Cipriano De Rore, de belangrijkste vertegenwoordiger van de kring van Willaert, voor een eigen versie.
Cipriano De Rore
geboren te Ronse in 1515 of 1516 en gestorven in Parma tussen 11 en 20 sept. 1565.
Hij vestigde zich vanaf 1542 in Brescia waar hij heel snel faam maakte als componist. Dit bracht hem in contact met Venetië, in de eerste plaats om zijn muziekwerken te laten drukken maar evenzeer om er Willaert te ontmoeten. De contacten met maestro Adriano leidden tot wederzijdse bewondering, wat blijkt uit het feit dat beiden sommige van hun motetten en madrigalen in gezamenlijke uitgaven publiceerden en dat Cipriano na het overlijden van Willaert hem opvolgde als Maestro di Cappella in de basiliek van San Marco. In een groots opgevat Concordes adhibete brengt Il divino Cipriano, zoals men hem in die tijd daar graag noemde, een oprechte hulde aan de Maestro Adriano. Dat "in memoriam" componeert hij dan ook in de stijl van zijn voorganger.
Zijn leerlingen:
Nicola Vicentino
geboren in Vicence nabij Ferrara in 1511, gestorven
in Milaan in 1575-1576.
Was een van de vroegste leerlingen van de meester in Venetië.
Enkele componisten hebben zich geïnspireerd op de "nieuwe" chromatische muziek van Vicentino: Roland De Lassus, Cipriano De Rore, Luca Marenzio, Luzzasco Luzzaschi en Carlo Gesualdo.
Gioseffo Zarlino
geboren in 1517. Vestigt zich in 1541 in Venetië om er les te volgen bij Willaert. Wanneer Cipriano De Rore zijn ambt van "maestro di cappella" in de San Marco in 1565 neerlegt, volgt Zarlino hem op. Hij blijft op die post
tot aan zijn dood in 1590.
Hij publiceerde verschillende
werken over de muziektheorie. In zijn Istitutioni behandelt hij in het derde deel het contrapunt en noemt daarbij het werk van Willaert als zijn voorbeeld.
Franghiskos Leondaritis
Griekse componist geboren in 1518 of 1516 in Candie (het huidige Heraklion) in Kreta. In die tijd stond Kreta sterk onder de invloed van Venetië en Leondaritis gaat dan ook naar de Dogestad in 1544 om er zich verder te vervolmaken in de kunstrichtingen. In 1549 is hij zanger in de San Marcobasiliek, toen onder de leiding van Adriaen Willaert. Daarna trekt hij verder rond en verblijft van 1562 tot 1567 in München, waar Lassus de leiding had.
Annibale Padovano
geboren in Padua in 1527, gestorven in Graz op 15 maart 1575.
Op 30 nov. 1552 wordt hij benoemd als eerste organist in de San Marcobasiliek.
Misschien heeft hij daar dan les gevolgd bij Adriaen Willaert.
In 1565 wordt hij benoemd als organist in Graz.
Costanzo Porta
geboren in Cremona ca 1529 en gestorven in Padua op 19 mei 1601.
Vestigt zich in Venetië in 1549. Hij is de leerling van Willaert die misschien het best de lessen van contrapunt van de meester heeft geassimileerd. Hij schreef een traktaat van contrapunt, dat echter niet werd gepubliceerd.
Andrea Gabrieli
geboren in Venetië ca. 1533. Gestorven in dezelfde stad op 30 aug. 1585.
Het is niet zeker of hij leerling was van Adriaen Willaert. Maar hij had wel de grootste bewondering en de diepste eerbied voor de maestro de cappella van de San Marco.
Bij het overlijden van Willaert componeerde hij een vijfstemmig madrigaal Sassi, palae sopra la morte d'Adriano. Zijn vijfstemmig madrigaal I'vo piangendo, op een beroemde tekst van Petrarca, is ongetwijfeld een verkapt eerbetoon aan Adriaen Willaert, van wie hij de compacte stijl en het eenvoudig ritme overneemt.
Een meer beroemde Gabrieli is zijn veel jongere neef Giovanni (geboren in Venetië tussen 1554 en 1556 en gestorven in Venetië op 12 juli 1612).
Giuseppe (Gioseffo) Guami
Gedoopt in Lucques (Fr) op 1 jan 1542, gestorven in Lucques in december 1611 of januari 1612. Hij verbleef in Venetië van 1561 tot 1568 en was er leerling van Willaert tot aan diens dood in 1562.
Daarna was hij achtereenvolgens zanger in de San Marcobasiliek, organist en capo delli concerti in München, organist in Lucques, maestro di cappella in Genua om tenslotte in 1588 benoemd te worden als eerste organist in de San Marcobasiliek (Daar was hij dus de collega van Giovanni Gabrieli, de tweede organist). Maar reeds drie jaar later keert hij terug naar Lucques om er de functie van organist te vervullen tot aan zijn dood.
Bron: Ignace Bossuyt, Philippe Canguilhem e.a. in Guide de la Musique de la Renaissance. Fayard. 2011