Adriaen Willaert - schilderij door Titiaan

Contact | Nieuwsbrief | Sitemap

contemporaine getuigenissen

15 april 1544 (!!!)

Brief van Antonfrancesco Doni aan markies Malvicino da Piacenza.

"De muziek die wordt uitgevoerd in het huis van Uwe Excellentie met luiten, met snaarinstrumenten, blazers, fluiten en stemmen, en eveneens in dat van de eerbiedwaardige Alessandro Colombo is uiterst waardig [.]. Maar als Uwe Excellentie de goddelijkheid zou horen, die ik met kennis van zaken heb geproefd hier in Venetië, zou U versteld staan. Er is een dame POLESINA Pecorina (echtgenote van een burger uit mijn geboortestad), zo getalenteerd en verfijnd, dat ik de gepaste woorden niet vind om haar te loven. Op een avond hoorde ik een concert met violoni en stemmen, waar zij speelde en zong in het gezelschap van andere uitstekende geesten. De perfecte leider van deze muziek was Adriaan Willaert, wiens stijl - die met zulk een ijverige vindingrijkheid is gemaakt, die niet meer wordt gebruikt door musici - zo goed vervaardigd, zo aangenaam, zo juist is en zo wonderwel is aangepast aan het woord, dat ik beken tot vóór die avond nooit te hebben geweten wat harmonie was. De fervente aanhanger van deze muziek en liefhebber van dergelijke goddelijke composities is een heer, een uitmuntende Florentijnse geest, genaamd Neri Capponi, aan wie ik werd geïntroduceerd via Francesco Corboli, en dankzij wie ik zoveel goddelijks hoorde, zag en beluisterde. Deze heer Neri geeft jaarlijks honderden ducaten uit aan dergelijk talent; en hij bewaart het dicht bij zich: zelfs niet aan zijn eigen vader zou hij een lied weggeven."

(Volgens dr. Katelijne Schiltz wordt in deze tekst allusie gemaakt op de MUSICA NOVA.)


Sylvestro Ganassi dal Fontego , Venetiaan, 1542

"Nuovo Prometheo della celeste Armonia. Sforza di natura."


Giuseffo Zarlino

Le Istitutioni harmoniche. Venetië, 1558

"Niettemin, de allerhoogste God, die er van houdt dat zijn oneindige macht, wijsheid en goedheid door de mensen wordt geroemd en kenbaar gemaakt door middel van hymnen en gracieuze, aangename melodieën, kon niet langer verdragen dat die kunst die voor zijn eredienst dient, laag bij de gronds bleef en dat hier op aarde niet tot uiting kwam hoe heerlijk de gezangen van de Engelen kunnen zijn, die in de hemel zijn majesteit loven. Daarom heeft hij er in toegestemd dat in onze tijd Adriano Vvillaert geboren werd, die werkelijk een van de zeldzaamste intellecten is, die ooit de praktische muziek hebben beoefend: hij heeft, als een nieuwe Pythagoras, zeer nauwkeurig alles onderzocht wat in de muziek mogelijk was, en toen hij er oneindig veel fouten in ontdekte, is hij die beginnen wegwerken en de muziek terugvoeren tot die eer en waardigheid die zij eertijds bezat en tot wat zij redelijk gesproken moest zijn. Hij heeft bovendien getoond hoe hij in staat was elke muzikale zang op redelijke en elegante manier te componeren. In zijn eigen composities gaf hij hiervan het duidelijkste voorbeeld".


Francesco Viola .

Opdracht van de uitgave Musica Nova (1559)

"Het is bekend, dat, telkens men deze muziek beoefent, zij in het hart al die gevoelens doet ontstaan, die zij zich voorneemt te weeg te brengen en dat zij waard is geïmiteerd te worden."

_____________________________________________________________________

Jacobus de Meyere (1491-1552).

Flandricarum rerum tomi X (1531)

"Adrianus Vuillardus, Rosilaria oriundus" en "foecunda genitrix laudatissimorum cantorum"
"cantor regis Ungariae"


Francesco Marcolini

(1536. Unico Prencipe de la Musica)

" . gecomponeerd door het allerberoemdste genie van de verbluffende Adriaen, van wie de meeste geleerden toegeven dat zijn geleerdheid uiterst voortreffelijk is."


Antonio Gardano , 1545

". Musicus celeberrimus"


Hieronymus Scotus , 1539

". famosissimi Adriani VVillaert ."


Girolamo Parabosco (ca. 1524-1557)

noemt zich in zijn boeken madrigalen van 1546 "discipulo di M. Adriano" en in een toneelwerk ' La notte comedia' , uit hetzelfde jaar, uit hij zich uiterst lovend over zijn leermeester.


Antonio Barges .

Voorwoord in de druk van 1550: Il primo libro de villotte a quatro voci.

"...l'unico inventore della vera et buona L'Eccellentissimo Adriano il quale non solamente m'é
stato diligente maestro, ma ottimo patre."

-fotokopie in Bossuyt 1985 p. 52, afb. 19


Nicola Vincentino op de titelpagina van zijn Madrigali a cinque voci... libro primo (Venetië, 1546):

"Del unico Adrian Willaerth Discipulo Don Nicola Vicentino Madrigali a cinque voci per theoretica
et pratica da lui composti al nuovo modo dal celeberrimo suo maestro ritrovato. Libro primo
(...) il primi frutti quali co'l favore del maestro da'l mio debole ingegno siano stati partoriti..."

"enige Adriaen Willaert ... de eerste vrucht die, dank zij de hulp van mijn meester, is
ontsproten aan mijn zwak talent."

________________________________________________________________

Gaspar Stoquerus

De musica verbali libri duo : (ca. 1570)

Op die manier was Adriaen het einde, maar evenzeer de vader, de leider en de uitvinder
van een nieuwe muziek, die wij nu allemaal imiteren. Hij (...) vond een nieuwe muziekstijl uit en leerde het aan anderen, zoals aan Orlando di Lasso, Cipriano, enz....


Andrea Calmo :

Willaerts werk is: "distilla a sete lambichi e purgà in nuove acque e afinà a quatro fughi, proprio a la condition de l'aurum potabile" (gedistilleerd in zeven kolven, gelouterd in negen wateren en gezuiverd in vier vuren, zoals drinkbaar goud past)


Girolamo Fenaruolo :

"musico divino" (1556-1557)


Adriaen Willaert in 1549 over zichzelf:

"... Quapropter Ego Adrianus Vuillaert filius Domini Dionisij de Flandria cantor et ad presens magister Capellae Ecclesiae Sancti Marci Venetiarum, sanus Dei gratia et mente et intellectu, sed corpore infirmitatis podagrarum valde infirmus... "
(gezond naar de geest, maar lichamelijk door jicht verzwakt)

Citaat in het testament van 20-03-1549.

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Top

Volg ons op Facebook Volg de Adriaen Willaert Foundation op Facebook

© AWF-foundation vzw - info@adriaenwillaert.be